Nederland heeft meer dan vijftienduizend thuiszitters. Dat is veel. Oudervereniging Balans publiceerde 1 oktober jl. hierover het rapport ‘Thuiszitters tellen‘.
Het rapport is op 7 oktober aangeboden aan minister Arie Slob. Het is duidelijk dat er weinig inzicht is wat het werkelijke aantal thuiszitters is, maar de 15.000 wordt als een realistisch aantal gezien. Dat het er zo veel zijn, maakt erkenning van dit probleem belangrijk.
Het aantal van 5000 werd gehanteerd in het Thuiszitterspact en wordt doorgaans gebruikt als standaard. Dit betreft leerlingen die langer dan drie maanden geen onderwijs volgen (4790). Hierin werden de 6022 leerlingen met een vrijstelling van de leerplicht niet meegeteld. En dan zijn er nog leerlingen die korter dan 3 maanden niet naar school gaan. Samen dus 14.897. Daar bovenop heb je nog de vele niet-geregistreerde, verborgen thuiszitters. Die zijn bijvoorbeeld voor onbepaalde tijd geschorst, of ziek. Dit aantal is niet bekend.
Het kind zou meer centraal gesteld moeten worden. Wat zijn zijn behoeften, waarom gaat het niet. Ook zou er meer naar de ouders geluisterd moeten worden, die het kind het beste kennen. Volgens oudervereniging Balans is het ouderperspectief dan ook van groot belang.
Bron: balansdigitaal.nl