Karin Beuker promoveerde op 20 januari 2021 aan de Radboud Universiteit Nijmegen op haar proefschrift Autism at very early age: studies on screening in the general population and follow-up of high risk children.
Waarom dit onderzoek?
Kinderen met autismespectrumstoornissen (ASS) hebben vaak een beperkte of vertraagde ontwikkeling van communicatieve vaardigheden. Vroege herkenning van ASS leidt logischerwijs tot vroege diagnostiek en, nog belangrijker, tot vroege behandeling. Het is dus van belang om te onderzoeken hoe en met welke kenmerken van ASS we kinderen vroeg kunnen opsporen.
Ik heb onderzocht hoe de normale ontwikkeling verloopt van vaardigheden die vaak bij kinderen met ASS opvallen. Ook is gekeken hoe vragenlijsten over ASS kunnen helpen bij het opsporen van kinderen met ASS en hoe deze kinderen zich verder ontwikkelen. In het promotieonderzoek is joint attention (‘gedeelde aandacht’) en taalontwikkeling onderzocht bij kinderen met een normaal verlopende ontwikkeling. Zij blijken joint attention te ontwikkelen tussen acht en vijftien maanden. Kinderen die deze vaardigheid vroeg ontwikkelen, vertonen ook een grotere groei van de woordenschat tussen tien en achttien maanden. Deze voorsprong heeft mogelijk een positieve invloed op andere ontwikkelingsgebieden, zoals cognitie en sociale vaardigheden. Het stimuleren van joint attention is mogelijk een veelbelovende ingang om vroeg een positief effect op de verdere ontwikkeling te kunnen hebben.
Ik onderzocht ook hoe kinderen zich ontwikkelen die op zeer jonge leeftijd tekenen van sociale communicatieproblemen vertoonden. Deze problemen zijn in kaart gebracht door een korte screening op het consultatiebureau, direct gevolgd door een ASS-vragenlijst (CoSoS) en een follow-up met vragenlijsten vijf jaar later. Vroege tekenen van sociale communicatieproblemen op eenjarige leeftijd blijken voorspellend te zijn voor een verhoogd risico op ASS en andere gedragsproblemen in de basisschoolleeftijd.
Wat hebben professionals eraan?
Er zijn acht alarmsignalen van ASS opgenomen in het Van Wiechenonderzoek, dat de ontwikkeling van het jonge kind in kaart brengt op het consultatiebureau. Vanuit klinisch oogpunt lijkt het niet nodig bij alle kinderen op het consultatiebureau een ASS-vragenlijst, zoals de CoSoS, af te nemen.
Als professionals in de gezondheidszorg, kinderopvang en onderwijs voldoende kennis hebben over (vroege) ASS-kenmerken, kunnen zij gerichter toezicht houden op de ontwikkeling van een kind en de vroege signalen van ASS. De CoSoS kan wél behulpzaam zijn om zorgen van professionals of ouders duidelijker in kaart te brengen.
Kinderen die afwijkend scoren op deze ASS-vragenlijst kunnen worden doorverwezen voor verder diagnostisch onderzoek en behandeling. Kinderen die niet afwijkend scoren, maar bij wie wel zorgen zijn over de ontwikkeling, zouden desondanks intensief moeten worden gevolgd in hun ontwikkeling, ook gericht op ASS over de jaren heen.
Wat hebben ouders en kinderen eraan?
Ouders van kinderen die later autisme blijken te hebben, geven terugkijkend aan dat ze al op heel jonge leeftijd bij hun kind bijzonderheden zagen in de ontwikkeling en het gedrag. Uit mijn onderzoek blijkt nu ook dat vroege zorgen van ouders en professionals een verhoogde kans geven op latere gedragsproblemen.
Als ouders dus vragen of zorgen hebben over de sociale en communicatieve ontwikkeling van hun jonge kind, is het goed dit te delen met bijvoorbeeld het consultatiebureau. Op deze manier kan iemand meekijken met de ontwikkeling van het kind. Ook als na uitgebreide screening op het consultatiebureau geen directe aanleiding gezien wordt voor verdere stappen is het van belang de ontwikkeling van deze kinderen goed te blijven volgen.
Gerelateerde informatie
- Nieuw | Autisme bij kinderen – Signalering, diagnostiek en behandeling, Annelies de Bildt
- Autisme Spectrum Vragenlijst (ASV), 4 t/m 18 jaar (digitaal met Testweb afneembaar)
- Communicatieve intentie onderzoek (CIO), 1:4 – 2;5 jaar (of ouder in pre- of vroegverbale fase)