De NVA zet bekende fabels over autisme op een rij en legt uit hoe het écht zit:
Dat mensen met autisme geen gevoel voor hebben, is een hardnekkig misverstand. Dit misverstand is in het leven geroepen door Hans Asperger, de Oostenrijkse kinderarts naar wie het Syndroom van Asperger is vernoemd. In 1944 publiceerde hij een wetenschappelijk onderzoek waarin hij schreef dat kinderen met autisme geen humor hebben, omdat ze niet lachten om de cartoons die hij ze presenteerde.
Gelukkig is dit gedachtegoed, in diverse onderzoeken vanaf de jaren zeventig, onderuit gehaald. De huidige wetenschappelijke opvatting is dat mensen met autisme wel degelijk gevoel voor humor hebben, maar dat het vaak een ander gevoel voor humor is. Een ander gevoel voor humor hebben is niet hetzelfde als het hebben van geen humor.
Verder blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat er een groep mensen met autisme is die humor inzet als sociaal communicatiemiddel en daar erg gedreven in is. Omdat humor voor deze mensen juist een belangrijk middel is om contact te maken, is het stereotype dat mensen met autisme geen humor hebben, extra schadelijk.
Een mooi voorbeeld van iemand met autisme die van humor zijn werk heeft gemaakt is de Nederlandse cabaretier Fabian Fransciscus. In deze YouTube-video wordt hij in ‘Spijkers Met Koppen’ geïnterviewd over zijn werk als cabaretier. Een ander mooi voorbeeld is Chris Verlaan, die tijdens het Cameretten Festival in 2018 zowel de jury- als de publieksprijs heeft gewonnen. De jury vindt het knap hoe Verlaan autisme in zijn voorstelling heeft verwerkt.
Lees meer over fabels en feiten over autisme >
Bron: Nederlandse Vereniging van Autisme